Abolitionisme (slavernij)
Abolitionisme is het streven naar afschaffing van de slavernij. In de 18e eeuw ontstonden bewegingen die ijverden voor de afschaffing van de slavernij, zoals de Société des amis des Noirs in Frankrijk. In de 19e eeuw volgden onder meer de Anti-Slavery Society in het Verenigd Koninkrijk en de Société antiesclavagiste de Belgique in België.
Nederlandse Rijk
Tegen het einde van de 17e eeuw gingen stemmen op die de uitwassen van het slavernijstelsel aanklaagden. Een van de eersten was Aphra Behn met haar roman Oroonoko uit 1688 over een slaaf uit de Britse kolonie Suriname. De anti-slavernijbeweging kwam in de Republiek zeer langzaam op gang en werd pas onder druk van Engeland enigszins bespoedigd. In 1807 deed Engeland een poging de slavernij ook in Suriname - toen kortstondig een onderdeel van het Britse Rijk - af te schaffen. Toen in 1815 toen de kolonie terug werd gegeven aan het koninkrijk der Nederlanden gaf Koning Willem I te kennen mee te werken aan het Verdrag van Parijs (1815) en het Wener Congres en verbood in 1815 de slavenhandel.
De slavernij werd in 1859 voor Nederlands-Indië opgeheven en met de Emancipatiewet in 1863 werd de slavernij in Suriname en in Curaçao en onderhorigheden afgeschaft.
Britse Rijk
Alhoewel slavernij niet veel voorkwam in Engeland, en nog minder in andere delen van het koninkrijk Groot-Brittannië, was het in de Engelse kolonies algemeen voorkomend.
In 1772 kwam er een zaak voor het gerecht in Engeland over een weggelopen slaaf, James Somerset. Slavenhouder Charles Stewart probeerde hem naar Jamaica terug te verschepen. De rechter van dienst was Lord Chief Justice William Murray, Lord Mansfield. Hij baseerde zijn oordeel op de Magna Carta en de Habeas Corpus Act. Op 22 juni 1772 oordeelde hij dat: Gelijk welke ongemakken mogen volgen van een besluit, ik kan niet besluiten dat dit toegestaan is en de zwarte moet daarom vrijuit gaan. Hierdoor werd duidelijk dat slavernij op gespannen voet met het Engelse recht was komen te staan. Het vonnis betekende echter nog niet het einde van slavernij in Engeland, het maakte het vanaf dat moment echter wel illegaal om slaven tegen hun wil uit Engeland te verwijderen.
Een gelijkwaardige zaak, van Joseph Knight, vond vijf jaar later plaats in Schotland en maakte slavernij illegaal onder het Schotse recht. Desondanks waren er tot 1799 nog autochtone Schotse mijnwerkers die als slaaf geboren waren en in de mijnen tewerkgesteld werden. Deze categorie slaven emancipeerde dus pas 22 jaar na de Knight-zaak.
In 1783 ontstond er een anti-slavernij beweging onder het Britse publiek. In dat jaar vormde een groep Engelse quakers de eerste abolitionistische organisatie. De quakers bleven van het grootste belang gedurende de hele geschiedenis van de beweging. Op 17 juni 1783 werd het onderwerp formeel voor de regering gebracht door Cycil Wray in de vorm van een quaker petitie aan het parlement. In datzelfde jaar deed Beilby Porteus een oproep aan de Kerk van Engeland om zich niet in te laten met slavenhandel en te ijveren voor de verbetering van de toestand van de Afro-Caraïbische slaven. Afrikanen speelden zelf ook een rol in de afschaffing van de slavernij. Zo was er bijvoorbeeld in Groot-Brittannië Olaudah Equiano, wiens autobiografie negen herdrukken kende tijdens zijn leven. Zijn echte naam was Gustavus Vassa en zijn boek verscheen in 1787 onder de titel The Interesting Narrative of the Life of Olaudah Equiano, Or Gustavus Vassa, The African. Hij voerde onverminderd campagne tegen de slavernij net als Frederick Douglass, die als ontsnapte slaaf een belangrijk redenaar en politicus werd.
In mei 1787 werd het comité voor de abolitie van de slavenhandel gevormd. Granville Sharp en Thomas Clarkson waren twee van de twaalf comitéleden die merendeels uit quakers bestond. Clarkson was vooral betrokken bij het verzamelen van informatie over de slavenhandel ten behoeve van het comité. Quakers konden in die tijd echter geen parlementslid worden en dus overtuigden ze William Wilberforce om als spreekbuis te dienen in het parlement.
Een netwerk van lokale abolitionistische groepen werd opgericht. Ze voerden campagne door middel van publieke bijeenkomsten, pamfletten en petities. De beweging had de steun van quakers, baptisten en methodisten en ze probeerden ook het industrieel proletariaat mee te krijgen. Zelfs vrouwen en kinderen, voorheen een niet-politieke groep, raakten betrokken. Sierra Leone werd een kolonie voor Britse ex-slaven in Afrika dankzij de quakers.
Op 25 maart 1807 nam het Britse parlement onder leiding van Lord Grenville de Abolition of the Slave Trade Act aan. In een van de bepalingen werd een boete van 100 pond opgelegd voor elke slaaf die op een Brits schip gevonden werd. De bedoeling was de trans-Atlantische slavenhandel af te schaffen, niet de slavernij of de handel in slaven tussen de koloniën of plantage-eigenaren. De Verenigde Staten werkte mee aan de nieuwe wet.
In 1820 werd de abolitionistische beweging opnieuw actief en voerde campagne tegen slavernij. In 1823 werd de Anti-Slavery Society opgericht. In 1827 verordende het Verenigd Koninkrijk dat slavenhandel een vorm van piraterij was waarop de doodstraf kwam te staan.[bron?] In 1833 werd slavernij verboden in de Britse kolonies bij de Slavery Abolition Act. Om de eigenaren in Engeland en de plantagehouders in de Caraïben schadeloos te stellen werd 20 miljoen pond als compensatie uitbetaald.
Franse rijk
De Société des amis des Noirs ontstond vlak voor de Franse Revolutie op 19 februari 1788. Ze had als doel de onmiddellijke afschaffing van de slavernij en werd geleid door Jacques Pierre Brissot en Étienne Clavière. De Société zag de afschaffing van de slavernij als onmiddellijk doel (programma van markies de Condorcet) ondanks de oproepen van Thomas Clarkson (een vooraanstaand Brits abolitionist) om enkel tegen de slavenhandel te ageren. Een van de belangrijke Franse abolitionisten uit die tijd was abbé Grégoire ofte Henri Grégoire.
Op 4 februari 1794, tijdens het Schrikbewind van Robespierre bekrachtigde de Nationale Conventie het voorstel van Léger-Félicité Sonthonax om slavernij af te schaffen. In 1802 werd de slavernij hersteld onder keizer Napoleon I. Bij het Verdrag van Parijs (1815) werd koning Lodewijk XVIII onder druk gezet [bron?] om de slavenhandel terstond af te schaffen. In 1848 werd ze definitief afgeschaft in Frankrijk en in de Franse kolonies.
Haïti
Bij de Haïtiaanse Revolutie (1791-1804), waarbij de slaven van Haïti hun onafhankelijkheid op Frankrijk bevochten, werd in Haïti als eerste land ter wereld de slavernij volledig afgeschaft.
Verenigde Staten
Het abolitionisme in de Verenigde Staten ontstond eind achttiende eeuw. Steeds meer mensen in de noordelijke staten van Amerika stelden dat de slaven die er werkten, zonder compensatie voor slaveneigenaars onmiddellijk zouden moeten worden bevrijd. John Brown, Frederick W. Douglass, William Lloyd Garrison, Sojourner Truth en Harriet Tubman waren bekende abolitionisten. De Act Prohibiting Importation of Slaves verbood sinds 1808 de invoer van nieuwe slaven uit Afrika. Verkoop van binnen de VS geboren slaven was nog wel mogelijk.
De roman Uncle Tom's cabin van Harriet Beecher Stowe uit 1852 heeft de stroming een brede basis bezorgd in het bewustzijn van de bevolking van de noordelijke staten.
Abolitionisme was een van de factoren die tot de Amerikaanse Burgeroorlog leidde.
Mexico
De onafhankelijkheidsstrijders Miguel Hidalgo en José María Morelos riepen bij het verklaren van de opstand tegen het Spaanse gezag op tot het afschaffen van de slavernij. Bij het Plan van Iguala van 1820, dat de basis vormde van de Mexicaanse onafhankelijkheid, werd voorgenomen de slavernij af te schaffen. Desalniettemin werd slavernij pas wettelijk verboden volgens de eerste grondwet in 1824. De laatste slaven werden in 1829 bevrijd. Veel landeigenaren in Texas protesteerden echter tegen het vrijlaten van de slaven, wat een van de redenen vormde voor de Texaanse afscheiding van Mexico in 1835.
Rusland
De emancipatie van de horigen in particuliere eigendom is op 3 maart 1861 (N.S.) bekrachtigd door tsaar Alexander II. De horigen in handen van de staat kregen pas vijf jaar later hun rechten.
Brazilië
In 1888 werd de Lei de Aurea ondertekend door prinses Isabella, oudste dochter van keizer Peter II en kroonprinses van het Braziliaanse Rijk. De Lei de Aurea hield in dat de slavernij ook in Brazilië werd afgeschaft. Brazilië was het laatste land van Zuid-Amerika dat de slavernij volledig afschafte.
Onafhankelijke Congostaat
Koning Leopold II van België werd vooral bekend doordat hij in 1884 de Onafhankelijke Congostaat tot zijn privé-eigendom maakte.
De Internationale Conferentie van Brussel veroordeelde in juli 1890 de slavernij en lag (mede door toedoen van Leopold II) aan de basis van een campagne tegen de slavernij in Afrika. Niettemin worden de jaren onder het schrikbewind van Leopold II gekenmerkt door slavernij, ontvoeringen, martelen, verkrachtingen, onthoofdingen en het afhakken van handen.
De reputatie van Leopold II en zijn overzeese onderneming werden in 1904 ter discussie gesteld als gevolg van uitspattingen van Europeanen in Afrika. De Britse journalist Edmund Dene Morel voerde in de Britse pers een campagne tegen de wantoestanden in Congo onder Leopold II. Samen met Roger Casement, de Britse consul in Congo, slaagden zij erin te bewerkstellingen dat de Onafhankelijke Congostaat in 1908 door de Belgische regering geannexeerd en Belgisch-Congo genoemd werd.
Moderne slavernij
Moderne slavernij verwijst naar praktijken in de hedendaagse geschiedenis die lijken op slavernij, ook al is slavernij officieel wereldwijd afgeschaft en verboden. Slavernij kan dan betrekking hebben op elke vorm van gedwongen werk, verblijf of uitbuiting, inclusief mensenhandel en zelfs mensensmokkel. Naargelang de gehanteerde definities[1] wordt het aantal slachtoffers dan geraamd op 20 tot bijna 100 miljoen mensen wereldwijd.[2][3] Organistaties als Anti-Slavery International en Walk Free Foundation trachten het fenomeen in kaart te brengen en op de agenda te plaatsen.
Zie ook
Literatuur
- David Brion Davis, The Problem of Slavery, 3 dln., 1966-2014 (vol. I, The Problem of Slavery in Western Culture, 1966, ISBN 9780195056396 - vol. II, The Problem of Slavery in the Age of Revolution, 1770-1823, 1975, ISBN 9780199880836 - vol. III, The Problem of Slavery in the Age of Emancipation, 2014, ISBN 9780307269096)
- Maarten Kuitenbrouwer, De Nederlandse afschaffing van de slavernij in vergelijkend perspectief, in: Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden, 1978, nr. 1, p. 69-100
- Robin Blackburn, The Overthrow of Colonial Slavery, 1776-1848, 1989. ISBN 9780860919018
- Thomas Bender (red.), The Antislavery Debate. Capitalism and Abolitionism as a Problem in Historical Interpretation, 1992. ISBN 9780520077799
- Gert Oostindie (red.), Fifty Years Later. Antislavery, Capitalism and Modernity in the Dutch Orbit, 1995. ISBN 9780822939290
- Nelly Schmidt, L'abolition de l'esclavage. Cinq siècles de combats XVIe-XXe siècle, 2005. ISBN 9782213622224
- Glenn Willemsen, Dagen van gejuich en gejubel. 1 juli 1863: afschaffing van de slavernij in Nederland, Suriname en de Nederlandse Antillen, 2006. ISBN 9074897460
- Seymour Drescher, Abolition. A History of Slavery and Antislavery, 2009. ISBN 9780521600859
- Mart-Jan de Jong en Yael Wodnitzky, Afschaffing van de slavernij. Complexe voorgeschiedenis van een wereldwonder, 2013. ISBN 9789044130614
- Manisha Sinha, The Slave's Cause. A History of Abolition, 2016. ISBN 9780300227116
- Olivier Grenouilleau, La révolution abolitionniste, 2017. ISBN 9782070147564
- William Clarence-Smith, Islam and the Abolition of Slavery, 2020. ISBN 9781787384156
- ↑ (en) What is Modern Slavery?. state.gov. Office to Monitor and Combat Trafficking in Persons. Geraadpleegd op 14 september 2016.
- ↑ Maral Noshad Sharifi, "‘Er zijn 45,8 miljoen moderne slaven’", NRC Handelsblad, 8 juni 2016. Geraadpleegd op 14 september 2016.
- ↑ Slavery is alive and well: 89 million have been in some form of bondage in the last five years, report says. Los Angeles Times (19 september 2017). Geraadpleegd op 26 februari 2018.