[go: nahoru, domu]

Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: roď


  • rod

rod

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd gebiedende wijs bedrijvende vorm van roden


enkelvoud meervoud
rod rod

rod

  1. roede [2], staaf, stang
  2. roede [1]
  3. (visserij) hengel
  4. (anatomie) staafje, staafcel (v.h. oog)
  5. (anatomie), (informeel) lul [1], pik [1], roede [6]
  1. rod, Online Etymology Dictionary


  • IPA: /ɾɔu̯t/
  • rod
  • Afgeleid van het Oudsaksische rōd

rod

  1. (kleur) rood


  • rod

rod m

  1. (biologie) geslacht; sekse, het man of vrouw zijn
  2. (familie) afstamming, herkomst
  3. (grammatica) geslacht; grammaticaal geslacht, genus


Periodiek systeem der elementen (pol)
H He
Li Be B C N O F Ne
Na Mg Al Si P S Cl Ar
K Ca Sc Ti V Cr Mn Fe Co Ni Cu Zn Ga Ge As Se Br Kr
Rb Sr Y Zr Nb Mo Tc Ru Rh Pd Ag Cd In Sn Sb Te I Xe
Cs Ba * Hf Ta W Re Os Ir Pt Au Hg Tl Pb Bi Po At Rn
Fr Ra ** Rf Db Sg Bh Hs Mt Ds Rg Cn Fl Lv
* La Ce Pr Nd Pm Sm Eu Gd Tb Dy Ho Er Tm Yb Lu
** Ac Th Pa U Np Pu Am Cm Bk Cf Es Fm Md No Lr
  • rod

rod

  1. (scheikunde), (element) rodium, rhodium; scheikundig element met atoomnummer 45. Het is een zilverwit overgangsmetaal


  • rod
  • Afgeleid van het Middelhoogduitse rōt

rod

  1. (kleur) rood


  • rod

rod m

  1. (familie) geslacht; de afstammelingen van één persoon
  2. stam, volk, natie
  3. (biologie) geslacht; genus, taxon, samengesteld uit een of meer soorten; geslachten worden gegroepeerd in families
  4. (familie) afstamming, herkomst
  5. (grammatica) geslacht; grammaticaal geslacht, genus
  6. (grammatica) diathese; genus verbi
  1. rodina, dynastia, pokolenie, plemeno, krv
  2. národ m, ľud m, kmeň, plemeno
  3. genus
  4. pôvod
  5. genus
  6. genus verbi


  • rod
  • Afgeleid van het Proto-Slavische *rodъ

rod monbezield

  1. (familie) geslacht; de afstammelingen van één persoon
  2. stam, volk, natie
  3. (biologie) geslacht; genus, taxon, samengesteld uit een of meer soorten; geslachten worden gegroepeerd in families
  4. (familie) afstamming, herkomst
  5. (grammatica) geslacht; grammaticaal geslacht, genus
  6. (grammatica) diathese; genus verbi
  1. rodina v, dynastie, pokolení o, plemeno o, plémě o, krev
  2. kmen monbezield, plemeno o, plémě o, národ monbezield
  3. genus monbezield
  4. původ monbezield
  5. mluvnický rod monbezield, genus monbezield
  6. slovesný rod monbezield, genus verbi