Salvins miervogel

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  Salvins miervogel    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• Sal·vins mier·vo·gel

Woordherkomst en -opbouw

• eponiem, vaste verbinding van de bezitsvorm van Salvin (Osbert Salvin, natuuronderzoeker, ornitholoog, (1835-1898)) en  miervogel zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	Salvins miervogel	Salvins miervogels
verkleinwoord	Salvins miervogeltje	Salvins miervogeltjes

Zelfstandig naamwoord

de Salvins miervogel m

1. (zangvogels) Oneillornis salvini  een zangvogel uit de familie Thamnophilidae . Deze soort telt 2 ondersoorten

Hyperoniemen

• schreeuwvogels, zangvogels, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Gangbaarheid

• Het woord 'Salvins miervogel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.