Natterers mierpitta
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- Nat·te·rers mier·pit·ta
Woordherkomst en -opbouw
- eponiem, vaste verbinding van de bezitsvorm van Natterer
(Johann Natterer, oostenrijks natuuronderzoeker en ontdekkingsreiziger, (1787-1843)) en mierpitta zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Natterers mierpitta | Natterers mierpitta's |
verkleinwoord | Natterers mierpittaatje | Natterers mierpittaatjes |
Zelfstandig naamwoord
- (zangvogels) Hylopezus nattereri
een zangvogel uit de familie Grallariidae
. Deze soort komt voor van zuidoostelijk Brazilië tot noordoostelijk Argentinië (Misiones
) en extreem oostelijk Paraguay
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'Natterers mierpitta' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.