tale
Uiterlijk
- ta·le
tale
- datief vrouwelijk van taal, archaïsche vorm die in enkele staande uitdrukkingen voorkomt
- (wel) ter tale
- Afkomstig van het Oud-Engelse talu, en is verwant aan het Deense tale, Duitse Zahl, Nederlandse taal en binnen het Engels aan het woord talk.
enkelvoud | meervoud |
---|---|
tale | tales |
tale
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
tale |
taaldje |
getaaldj, betaaldj |
zwak | volledig |
tale
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Datief in het Nederlands
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 4
- Woorden in het Engels met audioweergave
- Woorden in het Engels met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Engels
- Woorden in het Limburgs
- Woorden in het Limburgs met audioweergave
- Woorden in het Limburgs met IPA-weergave
- Zwak werkwoord in het Limburgs
- Werkwoord in het Limburgs